Geen sanctie op het vlak van de werkloosheidsuitkering
In tegenstelling tot wat het geval is bij het specifieke outplacementstelsel voor werknemers van 45 jaar en ouder is er geen sanctie voorzien voor de werknemer die het outplacementaanbod van zijn werkgever weigert.
De RVA heeft uitdrukkelijk bevestigd dat de sanctie voorzien in artikel 51 van het werkloosheidbesluit (tijdelijke uitsluiting van het recht op werkloosheidsuitkeringen) enkel van toepassing is op het specifieke outplacementstelsel.
'Sanctie' op arbeidsrechtelijk vlak
Wanneer de werkgever de werknemer ontslaat met een verbrekingsvergoeding, mag hij van de verbrekingsvergoeding 4 weken loon aftrekken ter compensatie van de kost van de outplacementbegeleiding. De werkgever mag deze aftrek ook doen als de werknemer het outplacementaanbod niet aanvaardt. De werknemer heeft er dus alle belang bij om het outplacementaanbod wel te aanvaarden. Aanvaardt hij het niet, dan zal hij immers toch een lagere verbrekingsvergoeding krijgen zonder dat daar iets tegenover staat [1]!
Via deze bepaling wil de wetgever de werknemers activeren: door het volgen van outplacementbegeleiding vinden ze immers makkelijker een nieuwe job en is de kans dus kleiner dat ze in de werkloosheid terecht komen.
Opgelet! Wanneer de werknemer medisch ongeschikt is om een outplacementbegeleiding te volgen en hierdoor geen recht heeft op outplacement, mag de werkgever ook niet overgaan tot de aftrek van de 4 weken loon.
[1] Omdat de opzegvergoeding met 4 weken verminderd wordt, zal de werknemer wel 4 weken vroeger werkloosheidsuitkeringen ontvangen (voor zover hij op dat moment nog geen nieuwe job heeft gevonden uiteraard).