Maatregelen waartegen een beroep mogelijk is
Enkel tegen de volgende maatregelen kan beroep aangetekend worden:
- De verzegeling (zowel van informatiedragers als andere zaken)
- De inbeslagname (zowel van informatiedragers als andere zaken)
- De staalname
- Het recht van toegang tot informaticasystemen en andere elektronische apparaten
- Het opsporen en onderzoeken van informatiedragers
- Alle bevoegdheden uitgeoefend ter vrijwaring van de gezondheid en de veiligheid van de werknemers
- De schriftelijke kennisgeving van een zwaarwichtige inbreuk door de werkgever op zijn verplichting om tijdig het loon te betalen
- De schriftelijke kennisgeving van een tewerkstelling van een illegaal verblijvende onderdaan van een derde land in Belgi
De procedure
De vordering wordt ingesteld en behandeld zoals in kortgeding[1]. De voorzitter van de arbeidsrechtbank doet uitspraak over het beroep nadat hij het openbaar ministerie gehoord heeft.
De voorzitter oefent een controle uit op:
- De wettelijkheid van de genomen maatregelen. De maatregelen genomen in strijd met de bepalingen van het Sociaal Strafwetboek zijn nietig
- De wenselijkheid van het behoud ervan. Hij kan een gehele, gedeeltelijke of voorwaardelijke opheffing toestaan
Het vonnis uitgesproken door de voorzitter van de arbeidsrechtbank is uitvoerbaar bij voorraad, niettegenstaande elk rechtsmiddel en zonder borgstelling, indien de rechter deze niet heeft bevolen.
[1] Artikelen 1035 tot 1038, 1040 en 1041 van het Gerechtelijk Wetboek.