Deze dienst kan:
- Een administratieve geldboete opleggen[1]
- Een louter schuldigverklaring uitspreken (bijvoorbeeld omdat de werkgever ondertussen failliet is en geen boete meer kan betalen)
- Klasseren zonder gevolg (bijvoorbeeld omdat de werkgever ondertussen tot regularisatie overging)
De wet bepaalt hierbij uitdrukkelijk dat de ambtenaren van deze dienst:
- Geen beslissingen mogen nemen in een dossier waarin ze reeds zijn opgetreden in een andere hoedanigheid (sociaal inspecteur)
- Geen rechtstreeks of onrechtstreeks belang mogen hebben in de ondernemingen of instellingen die betrokken zijn in de procedure
[1] Lees hiervoor de fiche “Het Sociaal Strafwetboek - 3. De sancties”.