Identificatie van personen (artikel 26 SSW)
De sociaal inspecteurs mogen de identiteit opnemen van de personen die zich op de arbeidsplaatsen bevinden alsook van eenieder van wie zij de identificatie nodig achten voor de uitoefening van het toezicht. Hiertoe kunnen zij:
- Eisen dat deze personen officiële identiteitspapieren (identiteitskaart) voorleggen [1]
- Deze personen identificeren via niet-officiële papieren (indien er geen officiële documenten zijn of de inspecteurs aan de echtheid ervan twijfelen). Het gaat hier bijvoorbeeld om het rijbewijs of de sis-kaart. Deze papieren moeten wel vrijwillig aan de inspecteurs voorgelegd worden
- De identiteit van personen proberen achterhalen via beeldmateriaal, ongeacht de drager ervan [2]
Verhoor van personen (artikel 27 SSW)
Elke persoon
De sociaal inspecteurs mogen gelijk welke persoon wiens verhoor zij noodzakelijk achten, ondervragen over elk feit waarvan de kennisname nuttig is voor de uitoefening van het toezicht. Zo kunnen zij de werkgever verhoren, de werknemers, derden die aanwezig zijn op de arbeidsplaats,…
Alleen, samen of in aanwezigheid van getuigen
Elke persoon kan alleen verhoord worden[3] ofwel samen met een andere persoon ofwel alleen, maar in aanwezigheid van getuigen. Door uitdrukkelijk op te nemen dat een persoon alleen verhoord kan worden, wordt vermeden dat de werkgever zou eisen bij het verhoor van zijn werknemers aanwezig te zijn. Op deze manier kunnen de werknemers vrijuit spreken. Maar het is bijvoorbeeld ook mogelijk dat de vakbondsafgevaardigde als getuige bij een verhoor aanwezig mag zijn om de werknemer bij te staan. Of dat verschillende werknemers samen verhoord worden om eventuele reacties te peilen.
Na te leven regels
Om te weten welke regels nageleefd moeten worden tijdens het verhoor, verwijzen we u naar de fiche “Sociaal Strafwetboek – 2. Procedureregels” onder de vraag “Welke regels moeten nageleefd worden bij het verhoor van personen?”.
[1] De sociaal inspecteurs hebben eveneens toegang tot het Rijksregister.
[2] Het gebruik van beeldmateriaal is evenwel aan bepaalde voorwaarden onderworpen (zie verder).
[3] Wanneer de feiten die ten laste gelegd worden tot een gevangenisstraf kunnen leiden, heeft de persoon in kwestie het recht zich te laten bijstaan door een advocaat vanaf het eerste verhoor (wet van 13 augustus 2011).