Principe
Een bediende heeft in principe steeds recht op 30 dagen gewaarborgd loon aan 100% ten laste van zijn werkgever, ongeacht zijn anciënniteit in de onderneming.
Uitzondering: bedienden met een contract van bepaalde duur van minder dan 3 maanden of met een contract voor duidelijk omschreven werk dat minder dan 3 maanden duurt
De bediende heeft nog geen maand anciënniteit in de onderneming
In dit geval zal de bediende geen recht hebben op gewaarborgd loon en moet hij zich tot zijn ziekenfonds wenden om uitkeringen te krijgen voor de dagen arbeidsongeschiktheid.
De maand anciënniteit wordt bekeken per kalendermaand. Dit wil zeggen van de 1ste van de maand tot de 30ste of 31ste van die maand of van bijvoorbeeld de 7de van een maand tot de 6de van de volgende maand.
De bediende heeft een maand anciënniteit in de onderneming
In dit geval heeft de bediende tijdens een periode van 30 dagen recht op gewaarborgd loon ten laste van zijn werkgever ten belope van:
- 100% van het brutoloon tijdens de eerste 7 kalenderdagen
- 86,93% van het brutoloon voor de 8ste tot de 14de kalenderdag
- 26,93% van het begrensde brutoloon + 86,93% van het deel boven de grens voor de 15de tot de 30ste kalenderdag