Wanneer een werknemer ziek is tijdens een periode van tijdelijke werkloosheid, heeft hij enkel recht op het gewaarborgd loon voor de ziektedagen die niet samenvallen met de niet gewerkte dagen [1]. Voor de overige ziektedagen zal hij ziekte-uitkeringen ontvangen van het ziekenfonds. Het maakt hierbij niet uit of de werknemer al ziek was voor de tijdelijke werkloosheid aanving of pas tijdens de periode van tijdelijke werkloosheid ziek wordt.
Voorbeeld 1: de werkgever voert omwille van een gebrek aan werk wegens een economische redenen een regime van gedeeltelijke arbeid in gedurende 3 maanden. De werknemers moeten slechts 2 van de 5 dagen komen werken (enkel op maandag en donderdag). Werknemer X wordt ziek tijdens de tweede week dat dit regime geldt. Hij zal recht hebben op gewaarborgd loon voor maandag en donderdag (arbeidsdagen) en op ziekte-uitkeringen ten laste van het ziekenfonds voor dinsdag, woensdag en vrijdag (werkloosheidsdagen).
Voorbeeld 2: zelfde situatie, maar de werknemer was al een week ziek vooraleer het regime van gedeeltelijke arbeid werd ingevoerd en blijft nog een week ziek. Hij zal recht hebben op gewaarborgd loon voor maandag en donderdag (arbeidsdagen) en op ziekte-uitkeringen ten laste van het ziekenfonds voor dinsdag, woensdag en vrijdag (werkloosheidsdagen).
Voorbeeld 3: omwille van een gebrek aan werk wegens economische redenen roept de werkgever een volledige schorsing van de arbeidsovereenkomsten in gedurende een periode van 4 weken. De werknemers worden op tijdelijke werkloosheid gezet. Werknemer X wordt ziek tijdens de tweede week van schorsing. Hij zal geen recht hebben op gewaarborgd loon (geen arbeidsdagen), maar wel ziekte-uitkeringen krijgen ten laste van het ziekenfonds (ziekte tijdens werkloosheidsdagen).
[1] Artikel 56 van de wet van 3 juli 1978. Hoewel dit artikel enkel voor arbeiders geldt, wordt dit mutatis mutandis ook toegepast voor de bedienden die in tijdelijke economische werkloosheid zijn (info verkregen van FOD en RIZIV).