Werd als dringende reden aanvaard
- Het feit dat een werkneemster-apotheker weigerde te voldoen aan het bevel van haar werkgever om geen hoofddoek te dragen. In casu was de werkneemster ook naar het werk gekomen gekleed in een lange jurk van het type ‘djellaba’ waarvan nooit sprake was geweest.Het Hof was van oordeel dat het verbod op het dragen van een hoofddoek een noodzakelijke maatregel was in het neutraliteitsbeleid dat de werkgever ten aanzien van klanten wenste te voeren. Het Hof was tevens van oordeel dat deze maatregel niet discriminerend was en een redelijke inmenging vormde in het fundamentele recht van de werkneemster om haar godsdienstige overtuiging tot uiting te brengen (Arbeidshof Luik (afdeling Luik), 30/04/2021)