De tijdelijke werkloosheid moet via aanplakking op een goed zichtbare plaats in de lokalen van de onderneming aangekondigd worden [1], ten minste zeven kalenderdagen vooraf, de dag van de aanplakking niet inbegrepen. De periode van zeven dagen wordt gerekend vanaf de dag na de aanplakking tot de dag vóór het begin van de aangekondigde werkloosheid.
Het bericht moet het volgende vermelden:
- De naam, voornamen en het identificatienummer van de sociale zekerheid van de werkloos gestelde arbeiders of de afdeling(en) van de onderneming waar de arbeid geschorst wordt
- Let op: deze informatie moet enkel in het bericht aan de arbeiders worden opgenomen als er geen specifieke sectorale regeling bestaat voor de economische werkloosheid. Bestaat er wel een sectorale regeling, dan mag dit niet vermeld worden. Omwille van de privacy van de werknemers raden wij aan om deze informatie in geen van beide situaties in het bericht op te nemen. Bovendien vermeldt de FOD WASO deze informatie ook niet op zijn website.
- Het aantal werkloosheidsdagen en de data waarop elke arbeider werkloos zal zijn
- Begin- en einddatum van de volledige schorsing of van de regeling van gedeeltelijke arbeid [2]
De aanplakking kan door een individuele schriftelijke kennisgeving met dezelfde inhoud vervangen worden, ten minste zeven dagen vooraf, de dag van de kennisgeving (= de dag van verzending door de werkgever) niet inbegrepen. Het kan gaan om een gewone of een aangetekende brief, of een geschrift in dubbel waarvan een exemplaar door de werknemer voor ontvangst getekend wordt en door de werkgever als bewijs bijgehouden wordt.
[1] Indien de betrokken werknemers op verschillende arbeidsplaatsen tewerkgesteld zijn, moet op al die plaatsen een aanplakking gebeuren.
[2] Het is mogelijke meerdere periodes van schorsing in één kennisgeving te vermelden, zolang de maximumduur van de economische werkloosheid niet overschreden wordt.