Arbeiders
Wanneer er wegens economische oorzaken onvoldoende werk is, kunnen alle arbeiders die onder de arbeidsovereenkomstenwet vallen, in de loop van hun overeenkomst (normale arbeidsovereenkomst, vervangingsovereenkomst, overeenkomst voor uitzendarbeid, van bepaalde duur, van onbepaalde duur of voor een welomschreven werk) tijdelijk werkloos gesteld worden. De schorsing geldt ook voor leerlingen die een alternerende opleiding volgen en die hoofdzakelijk handenarbeid verrichten [1].
De uitzendkrachten en de tijdelijke werknemers van wie de overeenkomst wordt vernieuwd, hebben eveneens recht op tijdelijke werkloosheid onder de volgende voorwaarden:
- Ze hebben minstens 3 maanden gewerkt in de onderneming
- Hun sector wordt geconfronteerd met werkloosheid wegens economische redenen
- De vaste werknemers van het departement waarin ze werken, zijn economisch werkloos
Studenten die nog aan de voltijdse of deeltijdse leerplicht onderworpen zijn, kunnen geen uitkeringen wegens tijdelijke werkloosheid krijgen. Zij kunnen er echter wel van genieten zodra ze de leeftijd van 18 jaar bereikt hebben en ze met een studentenovereenkomst tewerkgesteld worden tijdens de maanden juli, augustus en/of september na het einde van hun studies. In dat geval moet er een verklaring bij de uitkeringsaanvraag gevoegd worden waarin de jongere vermeldt dat hij niet de bedoeling heeft om zijn studies na de vakantie verder te zetten. Voor de RVA is het hierbij niet van belang of de studentenovereenkomst al dan niet onderworpen is aan socialezekerheidsbijdragen.
[1] De leerlingen en stagiairs die niet onder deze definitie vallen, kunnen niet van tijdelijke werkloosheidsuitkeringen genieten.