Een nieuwe maatregel maakt het mogelijk dat werknemers met een tijdelijke arbeidsovereenkomst of een arbeidsovereenkomst voor een bepaalde tijd die recht hebben op geboorteverlof na de geboorte van een kind (vroeger vaderschapsverlof), moederschapsverlof of adoptieverlof, daadwerkelijk gebruik kunnen maken van deze verloven. Vroeger konden ze er niet altijd of slechts gedeeltelijk gebruik van maken.
Wanneer van een werknemer die recht heeft op deze drie soorten verlof, de arbeidsovereenkomst voor de uitvoering van tijdelijke arbeid of de arbeidsovereenkomst voor een bepaalde tijd niet wordt verlengd, wordt die niet-verlenging sinds 10 november 2022 geacht verband te houden met die verloven.
Op verzoek van de werknemer deelt de werkgever hem schriftelijk de redenen voor de niet-verlenging mee. De werkgever moet bewijzen dat het niet verlengen van de arbeidsovereenkomst geen verband houdt met bijvoorbeeld de geboorte van het kind.
Is dit niet het geval, of wordt er geen reden opgegeven, dan moet de werkgever een forfaitaire vergoeding betalen die gelijk is aan drie maanden brutoloon.
Bijvoorbeeld, als uw werknemer met een arbeidsovereenkomst voor een bepaalde tijd twee weken vóór het einde van zijn contract vader wordt, en u verlengt de arbeidsovereenkomst niet, dan wordt deze beslissing geacht verband houdt met zijn recht op geboorteverlof. Als u niet kunt bewijzen dat uw beslissing totaal geen verband hield met het geboorteverlof, bent u 3 maanden loon verschuldigd.
Opmerking: de gebruiker van een uitzendkracht wordt voor de toepassing van deze beschermingsmaatregel als de werkgever beschouwd.
De toepassing van deze maatregel wordt onder elk type van bescherming verduidelijkt.