Periode van bescherming
Start: ontvangst door de werkgever van de melding van de kandidatuur per aangetekend schrijven (maximaal 6 maanden vóór de verkiezingen).
Einde:
- Indien de werknemer werd verkozen: zes maanden na het einde van het mandaat
- Indien de werknemer niet verkozen werd: drie maanden na de verkiezing
Toegelaten redenen [1]
Dringende reden.
Reden vreemd aan het feit dat de werknemer kandidaat is of het mandaat uitoefent.
Sanctie in geval van onregelmatige verbreking
Compenserende opzegvergoeding (in het geval van een niet-gepresteerde opzeg).
Forfaitaire vergoeding gelijk aan zes maanden brutoloon [2].
Cumul
Beschermingsvergoeding verschuldigd onverminderd de vergoedingen die in geval van verbreking aan de werknemer verschuldigd zijn.
Wettelijke referentie
Wet van 19 juli 1976.
[1] De bewijslast van de ingeroepen reden hoort de werkgever toe.
[2] Vergoeding niet onderworpen aan RSZ.