Opgelet! Deze bescherming is enkel van toepassing op de werknemers (en hun getuigen) die actie ondernemen voor volgende feiten:
- Discriminatie
- Geweld en pesterijen op het werk met een discriminatiecriterium
- Ongewenst seksueel gedrag
Wannneer het feiten betreft van geweld of pesterijen de geen discriminatiegrond hebben, is de specifieke bescherming van de welzijnswetgeving van toepassing
Belangrijk: enkel de werknemer die aantoont dat een melding werd gedaan of dat een klacht werd neergelegd of een rechtsvordering werd ingesteld omwille van een schending van de antidiscriminatiewetgeving is beschermd.
Wanneer de werknemer een melding doet of een klacht indient of een rechtsvordering instelt, of wanneer deze rechtshandeling worden gedaaan door een andere instantie, kan hij een geschreven en gedateerd bewijs vragen. De werkgever kan dus verplicht worden om dit attest af te leveren. Meer informatie hierover vindt u hier.
Periode van bescherming en bewijslast
Vangt aan de dag dat de werkgever kennis heeft van de melding of van de klacht, of wanneer hij redelijkerwijze kennis had kunnen hebben van deze acties.
De ontslagbescherming geldt voor onbepaalde tijd, maar de bewijslast is opnieuw ten last van de werknemer:
- Bij klacht: twaalf maanden na de indiening van deze klacht
- Bij rechtsvordering: drie maanden na het in kracht van gewijsde gaan van het vonnis
Maw, wanneer de werknemer ontslagen wordt gedurende deze periodes, moet de werkgever kunnen aantonen dat het ontslag vreemd is aan de klacht, de rechtsvordering of de getuigenis.
Indien daarentegen de werknemer ontslagen werd na die periodes, kan hij toch nog de ontslagbescherming inroepen. Maar in dat geval moet hij zelf bewijzen dat het ontslag het gevolg was van de klacht, de rechtsvordering of de getuigenis
Toegelaten redenen
Dringende reden.
Redenen die vreemd zijn aan de klacht of de rechtsvordering (zowel wat betreft formele rechtshandelingen als ingeroepen feiten worden beschermd).
Sanctie in geval van onregelmatige verbreking
In geval van re-integratie: betaling van het gederfde loon en van de patronale en persoonlijke socialezekerheidsbijdragen
Bij gebrek aan re-integratie van de werknemer:
- Compenserende opzegvergoeding (in het geval van een niet-gepresteerde opzeg)
- Forfaitaire vergoeding gelijk aan 6 maanden brutoloon [1] of vergoeding gelijk aan de werkelijk geleden schade (door de werknemer te bewijzen)
De werknemer is niet meer verplicht om zijn reintegratie te vragen. Hij kan ook aanspraak maken op deze vergoedingen wanneer hij geen aanvraag tot reintegratie heeft ingediend, indien de nadelige maatregelen verband houden met de melding, de klacht, de rechtsvordering of de inhoud van de gemelde feiten.
Cumul
Cumul is mogelijk tussen :
- De schadevergoeding die de schade dekt voortkomend uit het discriminerend gedrag op zich
- De schadevergoeding die de schade dekt voortvloeiend uit de nadelige maatregelen ter vergelding van de door de werknemer ondernomen acties/getuigenissen/meldingen
Meer info
Aanvullende informatie betreffende deze bescherming vind je in ons themadossier inzake de bescherming tegen ongelijke behandeling> Bescherming door de anti-discriminatiewettten.
Wettelijke referenties
- Antidiscriminatiewetten: wetten van 30 juli 1981 en 10 mei 2007
- Gelijk beloning mannen - vrouwen: cao nr. 25 van 15 oktober 1975 (artikel 7)
[1] Vergoeding niet onderworpen aan RSZ.