Periode van bescherming
- Gaat in op de dag van de schriftelijke kennisgeving aan de werkgever en uiterlijk op de dag dat het zorgverlof wordt opgenomen
- Eindigt een maand nadat het verlof is opgenomen.
Toegelaten redenen
Tijdens de beschermingsperiode mag de werkgever de werknemer niet ontslaan om redenen die verband houden met het opnemen van zorgverlof. De bewijslast ligt bij de werkgever.
Motiveringsplicht
De werknemer kan de werkgever vragen hem de redenen voor zijn ontslag schriftelijk mee te delen.
Voorbereidende maatregelen
Elk ontslag dat tijdens de beschermingsperiode wordt voorbereid (bv. een ontslag waartoe tijdens deze periode wordt beslist of dat wordt gepland door de publicatie van een werkaanbieding om de betrokken werknemer voor onbepaalde tijd te vervangen) en dat na deze periode aan de werknemer wordt meegedeeld, wordt gelijkgesteld met een ontslag tijdens de beschermingsperiode.
Sanctie in geval van onregelmatige verbreking
Als er geen redenen worden gegeven of als de werkgever de redenen voor het ontslag niet kan bewijzen, moet hij de werknemer een forfaitaire vergoeding betalen die overeenstemt met zes maanden brutoloon. De bewijslast ligt dus bij de werkgever.
Wettelijke referentie
Artikel 30bis, § 2 van de wet van 3 juli 1978