De werknemer kan in principe van de ene vorm naar een andere overstappen. Zo kan de werknemer één maand volledige schorsing vragen, daarna overgaan op een vermindering tot een halftijdse gedurende 3 maanden en tenslotte zijn prestaties gedurende nog eens 3 maanden met 1/5 verminderen. De maximumgrenzen van 12 (24) of 24 (48) maanden mogen echter niet gecumuleerd of overschreden worden.
Om dit te bereiken, moet uitgegaan worden van het principe dat 1 maand volledige schorsing gelijk is aan 2 maanden vermindering van prestaties. In ons voorbeeld is de maand volledige schorsing dus gelijk aan 2 maanden vermindering en zijn de 6 maanden vermindering (van 1/2 en 1/5) gelijk aan 3 maanden volledige schorsing. De werknemer heeft dus nog recht op 8 maanden volledige schorsing (12-1-3) of op 16 maanden vermindering van prestaties (24-2-6).