Het recht op onderbrekingsuitkeringen gaat verloren de dag waarop de werknemer die een uitkering krijgt, een loontrekkende activiteit aanvat of een bestaande loontrekkende nevenactiviteit uitbreidt of (in geval van volledige loopbaanonderbreking) méér dan 12 maanden een zelfstandige activiteit uitoefent. Zie ook "Kunnen de onderbrekingsuitkeringen met andere inkomsten gecumuleerd worden?"
De werknemer verliest eveneens zijn recht op uitkeringen:
- Op het einde van de maximum vergoedbare termijn
- Vanaf de dag waarop het werk wordt hervat bij dezelfde werkgever
- Vanaf de dag waarop hij een pensioen ontvangt
- Vanaf de dag waarop hij een zelfstandige activiteit begint (gedeeltelijke loopbaanonderbreking)
- Vanaf de dag dat de arbeidsovereenkomst eindigt
Wanneer de werknemer zijn onderbrekingsuitkeringen verliest, heeft dit eveneens het verlies van het recht op verlof voor medische bijstand tot gevolg. Het recht op verlof voor medische bijstand zonder uitkeringen kan slechts toegekend worden wanneer:
- De werknemer een overlevingspensioen krijgt
- De werknemer, die een zelfstandige activiteit begon, zijn recht op uitkeringen verloor, omdat hij de termijn van één jaar overschreden heeft