In een arrest van 17 november 2003 heeft het Arbeidshof van Antwerpen aanvaard dat de bevindingen gedaan door een privédetective gebruikt mogen worden als bewijs van de dringende reden.
In dit arrest heeft het Hof twee belangrijke zaken onderlijnd:
- Aan de ene kant kan men de werkgever die het bestaan van een fout vaststelt, niet verwijten dat hij een detectivebureau inschakelt om na te gaan of er eventueel een dringende reden bestaat. De taak van een privédetective bestaat er immers in om bewijsmateriaal te verzamelen voor het vaststellen van feiten die aanleiding geven of kunnen geven tot conflicten tussen personen (artikel 1, §1, 3° van de wet van 19 juli 1991)
- Aan de andere kant betekent het feit dat de privédetective zich uitgegeven heeft als een potentiële klant van de werknemer die later om dringende reden ontslagen wordt, niet dat hij de feiten waarvoor de werknemer nadien ontslagen wordt, uitgelokt heeft
Deze rechtspraak werd bevestigd door een arrest van het Arbeidshof van Gent van 2 maart 2016.
Een recenter vonnis van de Arbeidsrechtbank van Luik (afdeling Namen) van 20 mei 2019 volgt dat standpunt. De rechter heeft geoordeeld dat de werkgever die slechts drie maal een privédetective in de arm neemt om na te gaan of een werknemer werkelijk arbeidsongeschikt is en dit mits naleving van de wet van 19 juli 1991, het recht op eerbied voor het privéleven van zijn werknemer niet geschonden heeft.
Zorg ervoor dat u de reglementering betreffende de verwerking van persoonsgegevens naleeft
In de zaak waarover de Arbeidsrechtbank van Luik zich moest uitspreken, heeft hij overigens nog verduidelijkt dat het verslag van een privédetective een verwerking van persoonsgegevens vormde. Dat werd echter opgesteld om een gerechtvaardigd doel te bereiken aangezien het de bedoeling was om na te gaan of de werknemer tijdens zijn arbeidsongeschiktheid een parallelle activiteit uitoefende. Dat onderzoek was immers nodig om het rechtmatig belang van de werkgever te verwezenlijken.
Een bewakingsopdracht vanaf de openbare weg is een indirecte inzameling van gegevens. Bijgevolg moet de informatieplicht enkel vervuld zijn wanneer de gegevens aan een derde, in dit geval de rechtbank, verstrekt worden.
Voor meer informatie over uw verplichtingen voortvloeiend uit de Algemene Verordening betreffende de bescherming van persoonsgegevens (GDPR), kunt u ons dossier “Privacy” raadplegen en meer bepaald onze toelichtingen bij uw informatieplicht.