Het ouderschapsverlof kan op 4 verschillende manieren opgenomen worden:
- Een volledige schorsing van de arbeidsprestaties gedurende 4 maanden. Dit verlof kan opgesplitst worden in periodes van 1 maand of een veelvoud (1, 2, 3 of 4 maanden)
- Een vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse tewerkstelling gedurende 8 maanden. Dit verlof kan opgesplitst worden in periodes van 2 maanden of een veelvoud (2, 4, 6 of 8 maanden)
- Een vermindering van de arbeidsprestaties met 1/5 gedurende 20 maanden. Dit verlof zal opgesplitst kunnen worden in periodes van 5 maanden of een veelvoud (5, 10, 15 of 20 maanden)
- Een vermindering van de arbeidsprestaties met 1/10 gedurende 40 maanden. Het akkoord van de werkgever is echter wel vereist voor deze vorm van ouderschapsverlof
De voltijdse werknemer [1] kan bij het opnemen van het ouderschapsverlof de verschillende modaliteiten combineren. In dat geval geldt de regel dat 1 maand volledige schorsing gelijk is aan 2 maanden halftijdse vermindering, aan 5 maanden vermindering met 1/5 en aan 10 maanden vermindering met 1/10.
Het cumuleren van elk van deze regimes door een zelfde werknemer voor een zelfde kind is verboden: de werknemer kan dus niet achtereenvolgens 4 maanden voltijds ouderschapsverlof, 8 maanden halftijds ouderschapsverlof, 20 maanden ouderschapsverlof 1/5 en 40 maanden ouderschapsverlof 1/10 opnemen [2]. Het is evenmin toegelaten om deze regimes tijdens een zelfde periode voor meerdere kinderen samen op te nemen (bijvoorbeeld voor twee kinderen tegelijk 4 maanden ouderschapsverlof vragen en 2 keer de uitkeringen krijgen of de arbeidsprestaties verminderen tot 3/5 gedurende 20 maanden).
Tot slot, als het gaat om een voltijds of een halftijds ouderschapsverlof, is het nu mogelijk om dit verlof voor kortere periodes op te nemen.
[1] De deeltijdse werknemer heeft deze mogelijkheid niet, omdat hij enkel voor de volledige schorsing in aanmerking komt.
[2] De werknemer mag voor hetzelfde kind ook geen gebruik maken van zowel het ouderschapsverlof op basis van het koninklijk besluit als het ouderschapsverlof op basis van de CAO nr. 64.